Franken, Angelsaksen, Karolingers en mispels

Franken, Angelsaksen, Karolingers en mispels
Mispel in aanbouw in onze tuin. Eigen foto. 

Verdwijnt de mispel mét de vissaus uit de noordelijke Romeinse provincies? Dat nou ook weer niet helemaal, maar prominent aanwezig is deze nederige vrucht beslist niet. In de Angelsaksische wereld zie je dat er appel- en perenboomgaarden worden aangelegd. Bronnen noemen verschillende soorten appels en peren, alsook pruimen en perziken. De mispel krijgt niet zoveel aandacht.

Zal er al een boompje gestaan hebben, dan in een kasteel- of kloostertuin. Werden de vruchten geïmporteerd, dan eerder naar de meer verstedelijkte gebieden als Londen, Winchester, York en Southampton. (Jane Steward pp 48-50) dan naar het platteland. Bij Ausonius noch Antimus kom je een mispel tegen. Hoe uitgebreid de Mosella ook is, en hoe grondig Antimus op voedsel ingaat.  (Ausionius Mosella:  https://www.poetryintranslation.com/PITBR/Latin/AusoniusMosella.php Antimus – De Obervatione Ciborum  https://en.wikipedia.org/wiki/Anthimus_(physician)  

Bronzen afbeelding van vermoedelijk Karel de Grote. gezien de persoonsbeschrijving door diens biograaf Einar: gedrongen, korte nek, zeer aanwezige snor. 

We maken een sprongetje naar Karel de Grote. In de door hem tot stand gekomen handleiding Capitulare de Villis krijgt de mispel een plaatsje in de boomgaard, Viridarium. Van zestien vruchtensoorten moeten er verschillende bomen staan: walnoten, hazelnoten, appels, peren, pruimen, lijsterbessen, mispels, kastanjebomen, perzikbomen, kastanjes, amandelbomen, moerbeien, laurieren, pijnbomen, vijgenbomen en kersenbomen. De lijst is een ‘wenslijst’, in het ideale geval staat het er allemaal, maar of dat ook overal precies zo kon worden uitgevoerd is de vraag. Zijn landgoederen bevonden zich van Spanje tot Nijmegen en Aken en Paderborn, met alle klimatologische en bodemkundige verschillen van dien.

Capitulare de Villis cel curtis imperii, hoofdstuk LXX inclusief de vruchtenbomen Bron: wikipedia 

Karel de Grote liet – geïnspireerd door de Romeinen – zowel het management van het land als de landbouw grondig reorganiseren. Ieder landgoed kreeg een hofmeier, die er op toezag dat het domein er keurig bij lag en dat er voldoende voorraad was (levende have, groente en vruchten, vers en geconserveerd.

De Capitulare de Villis gaat over veel meer dan de landbouw alleen: beroepen, jacht, slacht, medicijnen, kruiden, verfplanten en dergelijke komen ook aan de orde, net als onderwijs. Kortom : een handboek voor de bestuurders. We kunnen veilig aannemen dat in de domeinen van Karel de Grote de nodige mispelbomen werden aangeplant en de vruchten geconsumeerd.

Landbouw werd in de Arabische wereld al eeuwen wetenschappelijk aangepakt, talloze geschriften en afbeelden getuigen daarvan. Gelukkig voor ons rijk voorzien van afbeeldingen. Maar de mispel heb ik nog niet kunnen herkennen. Bron: Wikipedia. 

Rond 1200 gaat het in Het Boek van de Landbouw Kitāb al-Filāha van Ibn Al’Awwam ook over mispels in Andalusië, het Arabische Spanje,  Het boek bevat de verzamelde kennis van de auteur zelf en zijn collega Ibn Bassal, en past in een lange traditie van wetenschappelijke geschriften en praktische handleidingen uit de Arabische cultuur. Het is kennis die over de eeuwen is opgetekend en teruggaat tot pakweg 800. Maar heel veel verder kom ik niet waar het de mispel betreft. Gebrek aan talenkennis om de primaire bronnen te kunnen zoeken. Wat ik in vertaling in huis heb biedt geen uitkomst.  

In de kloostertuin van Sankt Gallen (ca 820) moeten óók mispelbomen hebben gestaan volgens de inventarislijst. Nog weer wat later zie je bij Hildegard von Bingen dat mispels in de medicijnkast terecht zijn gekomen. Je kunt er niet genoeg van eten, altijd goed voor de gezondheid. Dan is deze vrucht ingeburgerd. Maar dan zij we al in de elfde eeuw, hartje middeleeuwen.  

Uit de grond

Mispel pitten bron: Health Benefits times.com

Kunnen we archeobotanisch nog iets vertellen over de periode tussen de Romeinen en Sankt Gallen?

Met dateringen tussen 800 en 1000 zijn er vondsten in Vlaanderen, in waterputten in Waregem, Wortegem, Zwevegem, Leuven en Gentbrugge. Rond 1000 in Rumst, Gullegem, Lede en Oudenaarde. Maar dan zijn we dus al weer in de Middeleeuwen.

In Nederland  zijn er op drie plaatsen vondsten gedaan: het Zeeuws-Vlaamse Oostburg in een gracht en in Tiel in een kuil of gracht en in Heiloo. Allen met dateringen tussen 900 en 1000.

De vraag blijft dan weer: eigen oogst of import? Wellicht en waarschijnlijk beiden. Het blijf een wat iel verhaal in deze periode. Een hoofdrol lijkt voor de mispel niet weggelegd . De hoogtijdagen zijn in aantocht, maar laten nog een eeuw of wat op zich wachten. Geduld. Tot de volgende blogpost over dit onderwerp.

Adriaen Coorte - Mispels - Wikipedia