Feestje van Louis XIII
Soms hoor je nog wel eens een muziekstuk waarvan je weet dat je het nog niet eerder live hoorde. Of je ervan bewust was. Afgelopen zondag bij de Muzieksalon in de Archipelbuurt in Den Haag klonk Chanson Louis XIII van Fritz Kreisler. De Franse koning was dol op muziek, maar ik vraag me toch af wat hij van de vroeg-twintigste-eeuwse gedachtensprongen van Kreisler zou hebben gedacht.
Natuurlijk vraag ik me dan af wat de beste Louis aan culinaire erfenis heeft nagelaten. Zijn arts Jean Hérouard hield een dagboek bij met daarin ook aantekeningen van de dan nog jonge prins. Het lijkt er op dat hij eten minder belangrijk vindt dan jagen, muziek maken, paardrijden of wat dan ook. Het hoort erbij. Liever propt hij twee geroosterde tamme kastanjes in zijn zak, springt op zijn paard en gaat jagen met de graaf van Soissons. Overvallen door een stortbui keren ze terug naar het kasteel. Een droog hemd is snel gevonden, opnieuw te paard verorbtert hij de kastanjes en een marsepeintaartje. Eten is een bijzaak of een plicht.
Met Louise de Coligny, dan prinses van Oranje en echtgenote 4 van Willem, onderhoudt hij een vriendschappelijke relatie. Wanneer ze vanuit Vlaanderen een bezoekje aflegt neemt ze cadeautjes mee, zoals een Chinees kabinet met lakwerk en allerhande Duits houten speelgoed. Zijn vader is bijzonder streng en laat ongehoorzaamheid en eigenzinnigheid bestraffen met de zweep. Ocherm.
Terug naar de maaltijden. Ik vond een fraaie gravure van het festijn dat aangericht werd bij de benoeming van nieuwe ridders van de heilige geest in mei 1633. Dit blog opent met een detail waar de koning alleen aan een tafel zit op een verhoging - drie treedjes op - met veel lieden om zich heen. Maar zit hij nu een snaarinstrument te bespelen? Rust zijn rechterhand op snaren? Daar lijkt het toch op? Geen belangstelling voor de kostbare spijzen, maar muziek, muziek, muziek?
Op zo'n schilderij is veel te zien. Ik licht er even wat details uit. Het bedienend personeel staat tussen de twee tafels in. Zij staan gereed om een glaasje wijn aan te reiken. Op tafel staan geen glazen. Op tafel staan wel op gepaste afstanden zoutpotjes en - scheepjes en wellicht ook mosterdpotjes. Op links, vierde van onder, brengt een man met een vork eten naar zijn mond. Rechts op de kopse kant ligt een mes, het steekt net iets uit. Het is kortom een keurig aangerichte maaltijd. Tafelkleden in wafeltjes gestreken en gevouwen. Géén grote braadstukken op tafel, wel veel schotels. Vóór de individuele borden twee rijen schotels om en om. Er liggen broodjes op tafel. Wat er op de borden ligt is moeilijk te zeggen. Zoet en hartig vrolijk bijeen. Veel taarten en alles wat daar op lijkt. Ik heb het gevoel dat ik meer zou moeten weten, maar boekenkasten en ik zijn tijdelijk niet bijeen. Wordt vervolgd dus.....