Vingerkommetjes en een broodje aap: het laatste woord
Een steeds terugkerend verhaal, dat drinken uit vingerkommetjes. Talloze malen heb ik al mogen uitleggen dat het helaas een onzinverhaal is. Een broodje aap, zo u wilt. Het is onderdeel van wat onder historici 'roaming history' wordt genoemd. Het verhaal duikt steeds op, al meer dan 125 jaar, steeds in een aan de tijd en situatie aangepaste versie.
Wij kennen het verhaal vooral van koningin Wilhelmina, die als wellevende gastvrouw tactvol het vingerkommetje aan de lippen zet nadat Paul Krüger tijdens een diner ten hove deze faux pas begaat. Het is een kletsverhaal, dat aantoonbaar onjuist is, dankzij een ooggetuigeverslag van deze maaltijd. Volgens de krant zijn de aanzittenden behalve de koningin en haar moeder, de gast en zijn gevolg vooral leden van de hofhouding.
Even een résumé. Begin december 1900 arriveert Paul Krüger – de held van de Eerste Boerenoorlog (1880-1881) - in Nederland. Zijn bezoek is zeker niet onomstreden. Een officiële ontvangst met receptie ten paleize of door de regering is er niet bij. Het zijn fanclubs en belangengroepen die hem toejuichen. Vaak vanuit een bepaalde religieuze achtergrond. Ondanks haar nijvere correspondentie met de Duitse Keizer en de Britse vorstin slaagt Wilhelmina er niet in hem elders een introductie te bezorgen. Krüger is een beetje een ‘hot potato’ in diplomatiek opzicht.
Oesters
Wanneer je aan vingerkommetjes denkt, dan heb je het over oesters en vruchten bij diners op niveau. Staan er oesters op het menu die 14de december 1900? Dat kan ik beamen. Maar verder is er eigenlijk geen aanleiding om de vingertoppen in het water te dippen. Daarnaast beschikt men aan het hof over oestervorkjes zodat het geslurp uit de schelp wellicht buiten beschouwing kan blijven. In principe zouden er dus vingerkommetjes op tafel hebben kunnen staan. Alleen.... één van de hofdames schrijft haar ouders over deze bijzondere ontmoeting. 'Hij heeft aan tafel niets als melk gedronken.' De brief is nogal gedetailleerd met observaties die hier verder niet ter zake doen. Was er enige sprake van gelebber uit vingerkommetjes dan had deze dame dat zeker doorverteld. Ze mocht wel graag een roddeltje delen onder strikte geheimhouding natuurlijk.
Waar komt het verhaal dan vandaan?
Ik dook in de geschiedenis. Ook aan koningin Victoria is dit voorval toegeschreven, terwijl wij weten dat zij Krüger niet heeft ontvangen, soms is het verhaal opgehangen aan een anonieme ‘boer’. De Franse president Charles de Gaulle mag eveneens deel uitmaken van dit genre anekdotes, in dit geval in combinatie een Afrikaanse collega, zodat er behalve een kleinburgerlijk wij/zij ook nog een racistische component aan kleeft. Soms heet Charles de Gaulle Charles prince of Wales, de Afrikaanse president blijft hetzelfde.
Nu dus in de nieuwe dramaserie 'Maxima' waarin de acteur die van koning Willem Alexander het verhaal debiteert opgehangen aan een Japanner. Het maakt het allemaal niet beter.
In de late 19de eeuw neemt onze materiële cultuur enorm toe, er komt steeds meer gespecialiseerd bestek en kristal voor van alles en nog wat. Zo ook het algemenere gebruik van het vingerkommetje. Pas in 1897 zie je het woord in de krant in redactionele zin verschijnen. Twee jaar later is het verhaal onderdeel van een etiquette-lesje in de krant. Maar dan heeft Paul Krüger Zuid-Afrika nog lang niet verlaten.
Etiquettelesje
Het Nieuws van de Dag plaatst 31 mei 1899 een column over beminnelijke gastvrouwen en tactvolle gastheren. Doel is immers dat gasten zich op hun gemak voelen en van het gezelschap en de spijzen en dranken kunnen genieten. Een zware taak voor gastvrouw en gastheer. In dit etiquettelesje komt ook het vingerkommetjesverhaal voor. Met de manier waarop de tactvolle gastheer dit euvel oplost. Immers, in die tijd is nog niet iedereen bekend met het nut van het vingerkommetje. Zo'n verhaal krijgt natuurlijk méér gewicht wanneer het een koningin of president is die zo tactvol opereert. Maar meer dan een grappig voorbeeld is het niet. Wie nu dit verhaal nog als serieuze anekdote presenteert dient zich de minder plezierige kant van het wij/zij te realiseren.
Ik wed dat onze koning in werkelijkheid beter weet.