Kok op weg naar een mooie toekomst
“Vol toewijding en ambitie heeft hij zijn taak steeds volbracht. Hij was op weg naar een mooie toekomst, bezig het voorbeeld te volgen van zijn vader, hofmeester van Kempen, die veertig jaar lang het Hof zo uitstekend gediend heeft. De ontslapene was één van die vele stille medewerkers, die men weinig ziet, maar die achter de schermen hard arbeiden om de dienst in het Paleis goed te doen verlopen.” Aldus de hofmaarschalk mr. F. F. baron de Smeth bij het afscheid van Frederik Cornelis van Kempen, die eerste Paasdag 1934 bij een motorongeluk om het leven kwam. Hij werd slechts 37 jaar oud.
Dit citaat geeft een goed beeld van het werk van de keukenbrigade. Downstairs, ongezien, maar keihard en met toewijding aan het werk. Ik probeer al jaren grip te krijgen op deze beroepsgroep, dit soort grafredes helpt daarbij.
Eerst even over het ongeval. Eerste Paasdag maakt Van Kempen een trip op de motor over de Nieuwe Rijksweg. Waar nu de A13 loopt, zo ongeveer. Ter hoogte van Overschie, om twaalf uur, ziet hij een paar motorrijders langs de kant van de weg. Hij meent dat er sprake is van pech en – als gediplomeerd EHBO-er – remt af. Wellicht iets te plotseling.
Frederik Cornelis van Kempen is lid van het Geel-Witte Kruis en op weg naar de motorwedstrijden in Dordrecht, en natuurlijk had hij een verbandtrommel bij zich.
Weinige meters achter van Kempen reed een Zaandammer A. de H. die in volle vaart met zijn auto op de motor knalt. Hofkok van Kempen wordt van zijn motor geslingerd en blijft bewusteloos liggen. Een ambulancetocht naar het Sint-Franciscusgasthuis in Rotterdam mag niet baten. Hij komt niet meer bij kennis en overlijdt spoedig aan zijn verwondingen. De Zaandammer krijgt een proces-verbaal aan zijn broek wegens het veroorzaken van dood door schuld.
Het bizarre van het verhaal is dat de motorrijders waarvoor Van Kempen wilde stoppen geen problemen hadden. Zij aten bananen, want lunchtijd.
Junior kwam uit een gezin waar papa en lange loopbaan in de koninklijke keuken doormaakte. Van aide via tweede en eerste kok tot hofmeester. Veertig jaar dienstverband. Moeder was een meisje uit Weimar, Marie Ludwig. Haar vader werkte daar in de groothertogelijke keuken. Dat junior – één van de twee zoons – in zijn vaders voetsporen zou treden lag dus voor de hand. Vóór dat hij aan het hof ging werken deed hij ervaring op één van de vele grote hotelkeukens in Den Haag.
Frederik Cornelis was echter naast zijn werk als kok óók betrokken bij het leven in zijn omgeving. Hij voetbalde bij een club, was lid van de Haagsche brigade van de EHBO en zat in de oudercommissie van de lagere school in de straat waar hij woonde, de Dibbetsstraat. En dan was er nog de motorsport. In 1919 was hij getrouwd met Johanna Catharina Maria Kloos, het stel kreeg in respectievelijk 1920 en 1922 twee dochtertjes. Maria Johanna en Johanna Frederica.
De algemene verslagenheid aan het hof is groot. Behalve de hofmaarschalk ontbreekt hofmeester Perquin niet, de kist werd bedekt met bloemstukken van koningin Wilhelmina en van het personeel der hofhouding.
Natuurlijk wil ik weten hoe een menu van zijn signatuur er uit zou kunnen zien. Zijn aanstellingsperiode als vaste (eerste) kok valt een beetje buiten mijn scope op dit moment. Dus ik moet op zoek. Een hofmenu zag er in die tijd waarschijnlijk niet heel veel anders uit dan het bovenstaande. Wel een beetje koninklijker ontwerp en papier. Zeker staan er een paar lievelingskostjes van koningin Wilhelmina bij, al ontbreekt de zoetigheid en het dessert aan het einde.